Frieda van Dreven – Tijdschrift Schrijven

schrijvenSchrijfdriedaagse. Veel schrijven, eigen werk bespreken, inspirerende ideeën krijgen en bij het kampvuur lachen om typische schrijvershumor. Frieda van Dreven was erbij.

Bij het Franse dorpje Le Coq Banni, staat een driehonderd jaar oude eik. Wij, schrijvers mogen niet praten, en lopen daarom zwijgend om de enorme boom heen. We bevoelen de dikke laag mos op de stam, denken aan wat deze boom heeft meegemaakt, lopen struikelend door de takken en turen omhoog naar de kruin.
Sommigen luisteren met gesloten ogen naar het zingen van de vogels en gegons van de insecten. Tot Ellis Flipse die samen met Netty van Kaathoven deze schrijfdriedaagse organiseert, met grote passen verder loopt. Dwars door het hoge natte gras, door prikkende braamstruiken dieper het bos in. Wij volgen haar, zwijgend.
Voor deze driedaagse zijn veertien deelnemers eind juni bijeen in Milonga, een groepsaccommodatie in Le Coq Banni. De schrijfopdrachten worden verzorgd door Netty van Kaathoven, die een groot aantal kinderboeken en gebundelde columns op haar naam heeft staan. Ellis Flipse, net terug na een jarenlang verblijf in Turkije en schrijfster van het boek Yabanci, regelt de huishoudelijke zaken.
Het huis Milonga wordt beheerd door Marianne en Fons, die zorgen dat het de deelnemers aan niets ontbreekt. Zo kunnen we ons volledig concentreren op het schrijven. Een groot deel van de deelnemers kent elkaar van het Schrijven Online-forum. En de schrijfervaring is divers; van rijp – zeven gepubliceerde jeugdboeken – tot groen: schrijvend aan een prentenboek voor een nog onbekende uitgever.
Ik sjouw achter de anderen aan door het bos, over nauwelijks zichtbare paden. Muggen zoemen rond mijn hoofd; ik sla ze weg. We moeten ons op de omgeving concentreren en ons laten inspireren door het bos, zegt Ellis. Ze stapt stevig door, ze kent de weg. Ik doe mijn best niet achter te raken. Weer een zoemende mug. In mijn nek gloeit een jeukende bult; ik probeer me te concentreren op de omgeving.
In de tuin van de Milonga zetten we zwijgend de laptop aan. Ik bestudeer het blad met de schrijfopdrachten, allemaal met de eik als uitgangspunt. Zal ik beginnen met een dialoog of de ‘couleur locale’? Of schrijf ik een gedicht waarbij de eik een rol speelt? Ik twijfel. De stroomgebruikers klitten bij elkaar, de anderen zoeken een plekje in de tuin. Op fluistertoon doet Trenke research bij Marlies, de insectendeskundige. Inge besluit de eik te negeren en te schrijven aan het vervolg op haar onlangs uitgebrachte kinderboek.
Ik typ: De eik.
Ik staar naar mijn lege computerscherm. Er is geen internet, ik kan geen e-mail checken, er is niets om me af te leiden. De lunchgeuren komen uit de keuken: straks weer verse croissantjes, huisgebakken walnotenbrood met zachte geitenkaas, zelfgemaakte perzikjam en kweeperenstroop… Niet aan denken. Aan het werk.
Intussen bespreekt Van Kaathoven met de andere helft van de groep hun meegebrachte werk. Van haar en de andere groepsleden krijgen ze feedback. Soms even slikken, maar je werk wordt er beter van. Wij zijn vanmiddag aan de beurt.
Bron: Schrijven Magazine door Frieda van Dreven

Verder lezen? Bestel het tijdschrift

 


by

Comments are closed.